De lat ligt hoog bij ‘Leed-Vermaak’

Met een knipoog en een ‘snik’ in de stem de ellende bezingen die de medemens overkomt, bijvoorbeeld over een moeder, die hoorde dat haar gesneuvelde zoon zich in het klooster bevindt. “Uw zoon is niet meer” zegt de non tegen de wanhopige moeder. Het Franeker vrouwen smartlappenkoor ‘Leed-vermaak’ weet er wel weg mee. De dames brengen lichtvoetig, in zwarte rokken, jurken of broeken, de meest gruwelijke dingen ten gehore. ‘Pappie loop toch niet zo snel..’ , roep het kindje naar haar vader, die zijn gezin wil verlaten. En wat te zeggen van het advies aan jonge bruiden; ‘Met persil lieve kien en oek een wasmasjien is it leven altyd sonneskien’, zongen ze uit volle borst. Nu een grappige tekst. Honderd jaar geleden bittere ernst.

Afgelopen zondag vierde ‘Leed-Vermaak’, onder leiding van Inge Teertstra, in de Vrij Evangelische Kerk in Franeker, het tienjarig bestaan. Het koor dankt haar ontstaan aan Rika Kloosterman en Dineke Bos. Zij lanceerden, tijdens een borrel, het idee om een smartlappenkoor op te richten. “We waren gek op die verskes”, zegt Rika.‘Toe vaderlief…..toe drink niet meer….’ of ‘Twee reebruine ogen…die keken de jager aan’ of ‘In een hutje in de duinen…zat een knapie voor het raam’. Onvervalste smartlappen. Via een advertentie in de krant trommelden ze tien dames bij elkaar en met Inge haalden ze een ervaren zangeres, dirigent en regisseur binnen. Hans Bruining, de enige man in het gezelschap, werd gevraagd als toetsenist.

Alten en sopranen

Naarmate de jaren verstreken groeide het gezelschap uit tot een koor van veertig zangeressen, die meerstemmig en in verschillende talen, waaronder Fries en stadstaal, zingen. Veertig leden is het maximum. Mensen die ook willen meedoen komen op een wachtlijst. De groep is verdeeld in alten (hoog en laag) en sopranen en ontwikkelde een eigen sound. De liedjes worden door Inge bewerkt, zodat er meerstemmig kan worden gezongen. “De lat lig hoog”, zegt Marijke. “ Inge zingt de verschillende partijen in en zet het op een schijfje, zodat iedereen thuis haar eigen partij kan oefenen”. Het koor treedt acht tot tien keer per jaar op. Marijke: “Persoonlijk vond ik ons optreden bij de opening van de Waddenpoort, tijdens de Agrarische Dagen, een van de mooiste. We traden op met onder andere Advendo en Elske de Wal”. ‘Leed-Vermaak’ kreeg provinciale bekendheid door live optredens bij Omrop Fryslan en het optreden tijdens het bezoek van Koningin Beatrix aan Leeuwarden, ter gelegenheid van de opening van het Provinciehuis. Verder is het koor te bewonderen en te beluisteren op straatfestivals en evenementen zoals Korenslag in de Koornbeurs. Om de zo kenmerkende ‘stijfheid’ van koren wat te doorbreken, zijn er zo nu en dan wat danspasjes en hilarische acts toegevoegd. Zoals bij Fire, waar een brandweerman op het toneel komt en de zeeppakjes van Persil en schorten bij ‘Wat een meisje weten moet’, van Louis Davids.

Prachtige musicalstem

Speciaal voor deze gelegenheid was pianiste Trudy Baard ingevlogen. Zij begeleide Inge bij haar vertolking van de internationale hits; ‘Somewhere’, ‘Kleuren van de wind’, ‘Don’t cry for me Argentina’ en ‘Gabrielles Song’. Inge heeft een prachtig geschoolde stem met voldoende bereik om deze songs te vertolken. Kippevel, vooral omdat ze ook theatrale talenten heeft en goed gebruikt. Nooit over de top. Trudy begeleide haar met rustig, elegant pianospel. Jammer dat het koor niet meezong bij Gabrielles Song. Totaal andere koek dan de smartlappen en andere liedjes die het koor ten gehore bracht. Balans is het geheim in een koor. De drie zangpartijen moeten aan elkaar gewaagd zijn. Bij ‘Achter in het stille klooster’, was het nog even zoeken. Toen moesten ze er blijkbaar nog inkomen. Later ging het beter. Bij liedjes als ‘De branwacht’, ‘Mario’ en ‘Al die rozen mag je hou-hou-wen’ trokken de partijen alle registers open en dan is het feest op het podium.

Breed repertoire

Er is een onuitputtelijke lijst van artiesten en liedjes waaruit de muziekcommissie kan putten.  Drama, droefheid, ongeluk, leed en ellende zichtbaar maken via een gemakkelijk in het gehoor liggend lied. Daar ging het oorspronkelijk om. De volkszangers van toen maakten op deze wijze taboes, zoals eenzaamheid, sterven, ziekte, mishandeling, dronkenschap, hopeloze of onmogelijke liefde bespreekbaar. Het was de zwarte kant van het leven. Iedereen herkende zich wel in een van de onderwerpen en dat was de kracht van de oorspronkelijke smartlap. Na de pauze zong ‘Leed-Vermaak’ ander repertoire. Er schijnt in het koor vraag naar ook wat moderne, eigentijdse liedjes te zijn. Zoals het ‘Klaaglied’. Dat gaat over de problemen van de huidige vrouw. Een naaldhak verloren, een ladder in de panty, wachten in een lange rij en meer van dit soort ‘belangrijk’ leed. Geen smartlap, meer een cabaretliedje. Na de pauze was het frivoler. De zwartgalligheid moest letterlijk en figuurlijk het veld ruimen. Om dat te illustreren hadden de dames, ieder op eigen wijze, een rood accentje toegevoegd aan de zwarte kleren. Ze waagden zich zelfs aan een Afrikaans lied. ‘Leed-Vermaak’ en vooral de dirigent, is ambitieus en wat belangrijker is, ze maken het waar. Het mooiste voorbeeld daarvan was de uitvoering van de ‘Whisky widzesang’.  Excellent samenspel tussen koor en solist en dat kan alleen als er sprake is van een goede chemie, voldoende techniek, veel lol in de groep en oefenen. Veel oefenen en iedere keer de lat wat hoger leggen.

Foto’s Joachim de Ruijter

Deel dit bericht
Facebook
WhatsApp
Telegram
Twitter
LinkedIn
Pinterest
error: Bericht Beveiligd!