‘Fluweelzachte’ schilderijen op zijde

FRANEKER – “Het is een bijzondere vrouw. Bescheiden, geëmancipeerd en getalenteerd”, zei Simmie Koekkoek in haar openingsspeech. De locatiemanager van ECR Kening State in Franeker sprak over de 93 jarige E. v.d. We-Ha, zoals mevrouw Van der Woude-Hettinga steevast haar werk ondertekent. In navolging van de heer Westra en mevrouw Van Tuinen, mag zij de komende maanden haar werk tonen in de gangen van het complex, die sinds enkele maanden als expositieruimte worden gebruikt. Mevrouw Van der Woude-Hettinga woont, evenals Westra en Van Tuinen, ook op ECR Kening State, maar terwijl beide andere kunstenaars werken op gewoon doek, schildert zij op zijde. En dat is een heel ander metier.

Burgemeester Eduard van Zuijlen, van Franekeradeel, adviseerde bewoners en leiding van ECR Kening State, gebruik te maken van elkaars talent. “Deel die met elkaar. Bevestig elkaar. Geef complimentjes. Dit is een onderschat fenomeen, bij het tot stand komen van gemeenschappen”, zei hij enkele maanden geleden. Gebruikmaken van het talent van de bewoners. Delen met elkaar. De nek uitsteken. Hij dacht aan talent in de ruimste zin van het woord, zoals: de organisatie van een evenement, elkaar helpen, het doen van klusjes, het maken van schilderijen, het schrijven van boeken en ga zo maar door. Doel is een ontwikkeling op gang te brengen, die moet leiden tot een vitale gemeenschap. Het exposeren van eigen werk draagt hieraan bij, is de gedachte. Bewoners krijgen zo de kans hun nek uit te steken en talent te delen. In de optiek van de organisatoren van de expositie, Wilma van den Brug en Gerda Booy, schept dit een band, die het mogelijk maakt zich ergens mee te identificeren. Het werkt ook zo bij verenigingen, kerken, dorpen en steden.

Liefde op het eerste gezicht

En zo is mevrouw Van der Woude-Hettinga de derde die de nek uitsteekt, in de hoop dat de mensen van haar werk genieten en dat ze hen inspireert en activeert. En dat gebeurt. De exposities maken tongen los en brengen wel degelijk leven in de brouwerij en niet alleen tijdens de openingsceremonie, die traditiegetrouw bestaat uit prachtige woorden richting de kunstenaar. Want kunstenaar is ze. In de eerste plaats, omdat ze als zodanig staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Verder vond haar werk eigenaars over de oceanen en ze bracht een autobiografisch boekje uit met daarin haar levensgeschiedenis, foto’s van haar werk en wat haar drijft in deze wereld. Ooit was ze lerares, maar ging, moest, op 58-jarige leeftijd met de VUT. Dat kon toen nog. Ruimte maken voor jongere leraren, heette dat. Men verwachtte trouwens wel dat je opstapte. Anders was je een aso. Althans, zo voelde dat aan, schrijft ze. Dat was in de jaren tachtig van de vorige eeuw Haags beleid om de werkeloosheid onder jonge docenten op te lossen. Ze kreeg dus ‘vrije tijd’ en die vroeg om een invulling. En zo kwam ze terecht op een tentoonstelling van schilderijen op zijde. In Tilburg. “Het was liefde op het eerste gezicht”, aldus Agnes Dubelaar in haar toespraak tijdens de opening. “Het klikte vanaf het eerste moment tussen de zijde en Van der Woude-Hettinga.” Onderweg van Tilburg naar Leeuwarden dacht ze al na over hoe het verder moest met haar en de zijde. Dat ze ermee verder wilde stond voor haar vast. Via een telefoonboek kwam de ex-lerares in contact met Agnes, omdat die een bedrijf in zijde runde en ook nog cursussen zijde-schilderen gaf. In Franeker. Vlak om de hoek. En dat ging ze doen.

Het Vliet

Het werk van Van der Woude-Hettinga oogt zichtbaar anders dan olieverf op doek. De objecten op zijde worden ‘fluweelzacht’, althans zo ‘voelt’ het aan. Er hangt een ondefinieerbare zachte glans over het werk en dat komt door de ondergrond, de speciale gestoomde verf uit Frankrijk en de hand van de meesteres. Van der Woude-Hettinga schildert graag bloemen, maar mijn voorkeur gaat uit naar bijvoorbeeld de zeegezichten. Daarop gebeurt van alles. Op de één zie je de stukgeslagen restanten van de branding aanspoelen op het strand, op de andere de zon die wegzakt in een prachtige rode lucht. De kijker moet wel wat afstand nemen, want anders komt het werk niet goed tot z’n recht. En dan blijkt dat een gang niet de meest ideale expositieruimte is voor grotere stukken. Niet voor niets staan ‘Het Vliet’ en het ‘Spinnenweb’ op het voorblad van de uitnodigingskaart voor de opening. Het zijn de twee topstukjes, de pareltjes, van de expositie. Even dacht ik, dat ‘Het Vliet’ een krijttekening was. De pasteltinten en de horizontale vegen, doen denken aan vingerwerk, dat gebruikelijk is bij krijt. Maar de schijn bedriegt. “Het is toch echt geverfd”, zei Agnes, terwijl we er met de neus op stonden. Van der Woude-Hettinga schildert over het algemeen natuurgetrouw, vooral de bloemen, maar de losse toets die ze hanteert bij ‘Het Vliet’, verrast. Dankzij deze techniek, zet ze een prachtige en vooral sfeervolle impressie neer van het voormalige riviertje, later gracht, door het oostelijk deel van Leeuwarden. Ze speelt met het licht en slaagde er daardoor in een perfecte reflectie in het water op het doek te krijgen. Heel ontroerend en net niet te geromantiseerd. De mensen, die zich het Noord- en Zuid Vliet nog herinneren (het werd gedempt in de jaren zestig van de vorige eeuw), weten maar al te goed dat Het Vliet toen een stinkend, bubbelend, open riool was. Met zwart water, waarin geen vis kon leven en waarin de pakhuizen van Koopmans zich niet konden spiegelen. Het Vliet op het schilderij zag er op hele oude ansichtkaarten zo uit. Ver voor mijn tijd.

Coupons

Agnes Dubelaar vertelde haar gehoor, dat zijde anders reageert op verf dan gewoon doek. Dat heeft te maken met de structuur van de vezel. Die van zijde is hol en zuigt de verf anders op dan gewone vezels. “Wanneer ik twee druppels laat vallen, zullen ze verschillend uitlopen”, schrijft Van der Woude in haar boek. “De speciale verf vloeit gemakkelijk, maar als de vlakken te snel drogen ontstaan er droogranden. Soms kun je daar gebruik van maken, maar bij het schilderen van herkenbare projecten, kan dat lastig zijn.” Echter, als de verf te langzaam droogt, zakt het en dat kan rampzalig uitpakken als je bijvoorbeeld een strakke horizon in een zeegezicht schildert, om maar eens iets te noemen. Al met al een kwestie van leren omgaan met het materiaal en accepteren dat het soms verkeerd gaat of anders uitpakt dan je wilt. Soms kun je dan het doek weggooien en moet je opnieuw beginnen. Naast het maken van schilderijen, beschildert ze ook stof, coupons, die voor bijvoorbeeld kleding wordt gebruikt. Twee door haar beschilderde coupons hangen in de gang en vormen het sluitstuk van de expositie. En weer lijkt het net alsof Van der Woude-Hettinga gebruik maakt van een andere techniek. Alsof ze de verf met een bus op de stof gespoten heef. Zo mooi vloeien de kleurtinten in elkaar over. Het doet hier en daar in de verte wel een beetje denken aan graffitikunst. Maar navraag leerde ook deze keer, dat de kunstenares het toch echt met de kwast heeft gedaan.

Foto mevrouw Van der Woude-Hettinga, fotograaf vermelden: Joan vd Brug

 

error: Bericht Beveiligd!