Niet vergeten: Vannacht klok uurtje vooruit

In de nacht van zaterdag 26 maart op zondag 27 maart om 2 uur wordt de klok weer een uur vooruit gezet naar 3 uur, hiermee gaat de zomertijd weer in. De zomertijd begint op de laatste zondag van maart en eindigt op de laatste zondag van oktober. Een eenvoudig ezelsbruggetje: in het VOORjaar gaat de klok een uur VOORuit

Nader verklaard:

De zomertijd begint al sinds 1980 op de laatste zondag van maart en eindigt sinds 1996 op de laatste zondag van oktober. In de jaren 1916-1939 begon de zomertijd het vroegst op 26 maart (1922) en eindigde het laatst op 8 oktober (1922, 1933 en 1939). In de jaren 1977-1995 was 25 maart de vroegste datum (1984, 1990) en 1 oktober (1978) de laatste einddatum.

Door de zomertijd wordt het niet zo vroeg in de nacht licht, terwijl ‘s avonds een uur langer van daglicht kan worden geprofiteerd. Zonder zomertijd zou het eind juni tegen half vier licht worden en tegen half tien ‘s avonds donker. Dankzij de zomertijd verschuift de daglichtperiode een uur.

Het weer stoort zich uiteraard niet aan de klok, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur opschuift. Door de zomertijd valt het warmste moment gemiddeld ongeveer tussen drie en vijf uur in de middag. De laagste temperatuur van het etmaal wordt door de zomertijd ook later bereikt. De dag begint in het algemeen wat frisser met een grote kans op ochtendmist.

In Nederland is de zomertijd in 1977, vanwege de oliecrisis, opnieuw ingevoerd. Ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Uitvinder is de Engelse aannemer William Willett in 1907.

Tot begin de 20e eeuw had vrijwel elke plaats in ons land zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat werd de hoogste zonnestand in het oosten van ons land een kwartier eerder bereikt dan in het westen.

De komst van de spoorwegen maakte invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk. Van 1909 tot 16 mei 1940 kende Nederland de Amsterdamse tijd. Die liep 20 minuten voor op de West-Europese tijd (Greenwich Mean Time) en 40 minuten achter op de Midden-Europese Tijd. Dus 12:00 uur in Nederland was 11:40 in Londen en 12:40 in Berlijn.

Overgang naar de huidige Midden- Europese Tijd vond plaats op 16 mei 1940. Op bevel van de Duitse bezetters werd de klok toen één uur en 40 minuten vooruit gezet. Die zomertijd duurde ook gedurende de winters van 1941 en 1942. Pas in november 1942 werd de klok weer een uur teruggezet.

In de jaren 1943-1945 gold alleen ‘s zomers de zomertijd, maar in 1946 werd deze voor een periode van ruim dertig jaar geheel afgeschaft. Voor de huidige tijdrekening is de aarde verdeeld in 24 zones, waarin een standaardtijd geldt.

Als maatstaf (universele tijd) wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen. Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich. De tijd wordt de Midden-Europese Tijd genoemd (MET) in de zomer de Midden-Europese zomertijd (MEZT)

Update: De zomertijd staat volop ter discussie en er zal ongetwijfeld wat gaan veranderen. Alhoewel dit waarschijnlijk nog jaren gaat duren

error: Bericht Beveiligd!